WONEN IN ITALIË – Op naar de winter

Om zes uur hoor ik de deurklopper. Het is Gianni, de klusjesman. Hij heeft een flinke kachelpijp onder z'n arm en die gaat hij bij mij in de keuken installeren tussen de houtkachel en de schoorsteenpijp.

Hij wil geen koffie, maar gaat meteen aan de slag. Hij begint de oude kachelpijp los te wrikken en binnen twee minuten hangt er een wolk van stof en gruis in m'n keuken. Maar ik weet dat het goed komt want deze taaie zeventiger, metselaar van beroep, kan alles.

Ik had hem eigenlijk gevraagd mijn schoorsteen te vegen zodat ik met een gerust hart m'n houtkachel kan aansteken, want vooral 's avonds is het al aardig koud. Maar al doende bleek de pijp door de vorige bewoners superamateuristisch te zijn bevestigd en ook niet goed te passen en dat kwam Gianni nu repareren.

Sinds ik van vakantie terug ben, heb ik een golf van activiteiten over mezelf afgeroepen. Nu de winter eraan komt, wil ik alle reparaties aan m'n huis gedaan hebben met als gevolg dat er een parade van ambachtslieden langs trekt die al kloppend, timmerend en schroevendraaiend kleine mankementen verhelpt.

Zo werd één van de schoorsteentjes op mijn dak gerepareerd, het lek onder de douche gedicht, de keukenlamp vervangen, openingen in een houten vloer weggewerkt, de batterijen van het alarm vernieuwd, de wifi versterkt en nu moet ik nog aan het winterklaar maken van de tuin beginnen.

Vol daadkracht ging ik na m'n vakantie, nog maar twee weken geleden, aan de slag. Wat moest er allemaal gebeuren? Eerst die reparaties in gang zetten. Maar ik ging ook even langs bij het Rode Kruis om te melden dat ik er weer was. Daar werd ik allerhartelijkst ontvangen met de mededeling dat ik diezelfde avond nog kon aansluiten bij cursus 2 die ik door de pandemie in 2020 niet heb afgemaakt.

Dus oefen ik nu iedere dinsdag- en donderdagavond met nog een stuk of 20 vrijwilligers op een pop hart-massage, defibrilleren, zuurstof toedienen, etc.etc. Met tegenzin vertrek ik altijd uit m'n warme huis het donker en de kou in. Maar als ik er eenmaal ben, is het leuk, ik leer veel en natuurlijk lachen we ook wat af.

Het weer is overdag zonnig, met een azuurblauwe lucht, maar vanaf een uur of vier trekt de kou van de nabij gelegen Alpen onze heuvels in. In de avond doe ik de verwarming aan. Mijn poezen zijn vanaf het eind van de middag ook binnen. Vanaf dat moment sluit ik het kattenluik. Daar is een reden voor.

Grazia, die voor de poezen zorgt als ik er niet ben, heeft deze keer weer een vos in m'n huis aangetroffen. Hij was in de zitkamer.Toen Grazia de openslaande deuren opende, rende hij naar buiten.

Het kan zijn dat hij ziek is, hij kan zelfs hondsdolheid bij zich hebben, zo hebben mij enkele mensen gewaarschuwd. Bovendien werd poes Totò angstig van het beest. Zodra het luik 's avonds dicht is, sluipen de poezenkinderen naar boven en gaan op m'n bed liggen slapen.

Het sociale leven gaat ondertussen gewoon door. Hoewel het hier in de winter wel een stuk rustiger is, de stedelingen weer terug zijn naar Turijn, Genua of Ceva, is het bepaald niet zo dat wij ons de hele winter achter onze hout- en palletkachels verschansen en zo het barre seizoen uitzitten.

De bar zit iedere ochtend vol ontbijters, we drinken er een biertje of een wijntje, we eten bij elkaar of samen in een trattoria (met greencard). En het volgende weekend krijg ik, bofkont, nog twee late logé's uit Nederland. Ik heb hier en daar al wat tafeltjes gereserveerd.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.